homoseksuelen in de middeleeuwen

Een laatste soort 'marginalen' die hier wordt behandeld, zijn de homoseksuelen. In navolging van de joodse traditie met het verhaal van Sodom en Gomorra, werden homoseksuelen bekeken als de grootste criminelen. Dit moet terug worden gekaderd in de middeleeuwse opvatting van liefde en seksualiteit. Seks diende immers binnen een huwelijk te gebeuren met het oog op procreatie - louter recreatie was uit den boze. Met twee personen van gelijk geslacht was voorplanting echter onmogelijk. 

Homoseksualiteit werd de grootste zonde, de zonde waarover men niet sprak. Boeteboeken voor biechtvaders beveelden tien jaar vasten als boetedoening voor sodomie. Drie jaar vasten was voldoende om verlost te worden van de zonde van het lesbianisme. Na de kruistochten kwamen de eerste kerkrechterlijke veroordelingen. Homoseksualiteit en ketterij werden aan elkaar gelinkt. Sodomieten belandden - soms na castratie of penisamputatie - op de brandstapel. Homoprocessen kwamen tegen het einde van de middeleeuwen op regelmatige basis voor.