Ook mismaakten en invaliden - de 'echte' zieken - waren verschoppelingen. Ze waren vervloekt door God, en dus ook door de mensen. De verblijfsduur in de gasthuizen was meestal heel beperkt. Slechts een enkeling kreeg af en toe te eten, vooral op feestdagen. De anderen waren aangewezen op bedelen en zwerven. 'Arm', 'ziek' en 'zwerven' waren in de middeleeuwen vrijwel synoniemen.
|